‘Wat zullen ze wel niet van me vinden? Ze zullen vast denken dat ik raar ben. Of saai. Of dom’. Heb jij dit soort gedachten weleens? Ben je altijd bezig met wat anderen van je vinden? En met wat anderen van je verwachten?
Dit soort gedachten zorgen ervoor dat je je geremd voelt en in je comfortzone blijft. En dat je niet laat zien wat er in je zit. Je haalt niet uit het leven wat zou kunnen. Omdat je meer gefocust bent op de ander dan op jezelf. En op te proberen te voldoen aan verwachtingen van anderen, die waarschijnlijk niet de jouwe zijn.
Wat zorgt er nu voor dat we altijd bezig zijn met wat anderen van ons vinden? In deze blog lees je het antwoord, op eigenlijk de 5 belangrijkste antwoorden. En onderaan de blog lees je meer over het e-book dat ik schreef over dit onderwerp en vanaf nu te koop is in de webshop.
Wanneer ik het heb over bang zijn voor wat anderen van ons vinden, dan gaat het om het dénken voor en het invullen voor anderen. Om wat wij denken dat anderen van ons vinden. Het gaat dus niet om de kritiek die mensen af en toe uiten aan ons adres.
Het gaat dus om jouw eigen gedachten die jou vervolgens lamslaan, beperken en remmen. Gedachten die gevoelens oproepen die zorgen dat je je rot en niet goed genoeg voelt. En die je ervan weerhouden te doen wat je graag wil. Je vermijdt het nemen van actie en je bent terughoudend in de omgang met andere mensen. In wat je wel of niet zegt of wat je wel doet of niet doet. Dit betekent dat je eigen gedachten je gevangenhouden in je comfortzone. Dat dit gebeurt is dus heel normaal. Er is dus niets mis met je als je bang bent voor de mening van anderen.
Ik sta inmiddels in mijn derde outfit voor de spiegel. De vorige twee outfits zijn al vakkundig afgekeurd door mijn Innerlijke Criticus. Ook bij wat ik nu aan heb, heeft mijn Innerlijke Criticus zijn bedenkingen. Oké, het topje staat me goed maar ik moet toegeven dat ‘ie wel wat gekreukt is. Tijd om te strijken heb ik niet. ‘Wat zullen mensen wel niet denken als ik met dit topje op het etentje verschijn?’, vraag ik me af. ‘Misschien denken ze wel dat ik onverzorgd ben’. Ik kijk op van die gedachte… Kennelijk vind ik het nog steeds belangrijk wat anderen van me vinden.
5 belangrijke redenen waarom we bang zijn voor wat anderen van ons vinden
In deze blog behandel ik 5 belangrijke redenen waarom we bang zijn voor wat anderen van ons vinden:
- Je gelooft je eigen gedachten
- Je wilt niet tegen de normen, waarden en regels van thuis ingaan
- Je bent bang om afgewezen te worden
- Je hebt een gebrek aan zelfvertrouwen
- In je gezin van herkomst werd geoordeeld over anderen en zelf doe je dat ook
Je gelooft je eigen gedachten
Als ik alleen al naar mijn eigen cliënten kijk, dan durf ik te beweren dat ons land voor tenminste de helft bestaat uit helderzienden. Wij weten vaak feilloos te benoemen wat anderen van ons denken en vinden. En meestal vragen we ons niet af of het wel klopt wat wij denken. Met andere woorden; wij geloven oprecht dat anderen zo over ons denken. En die gedachten zorgen vervolgens voor heel veel leed bij onszelf.
Peter vertelde in een coachgesprek dat hij geloofde dat zijn collega’s vonden dat hij geen waardevolle bijdrage leverde in werkoverleggen. Het gevolg was dat hij de nacht voor een werkoverleg wakker lag, zich steeds beter ging voorbereiden en steeds vaker met het lood in zijn schoenen naar het werkoverleg ging. Hoewel hij nooit de feedback kreeg van collega’s dat ze zijn bijdrage onvoldoende vonden, was Peter er zelf stellig van overtuigd geraakt dat het klopte wat hij dacht.
Je wilt niet tegen de normen, waarden en regels van thuis in gaan
We hebben net vastgesteld dat we vaak geloven wat we denken. Een andere reden waarom wij bang zijn voor wat anderen van ons vinden, is dat wát wij denken dat anderen van ons vinden, vaak op gespannen voet staat met wat wij hierover van huis uit hebben meegekregen.
In de meeste gevallen proberen we nog altijd te voldoen aan de geboden en verboden die onze opvoeders ons hebben meegegeven. We doen de dingen graag zoals ze horen. Daarmee hopen we onbewust erkenning, waardering of acceptatie te krijgen en afwijzing te voorkomen. Zo kreeg ik van huis uit mee dat kreukels in mijn kleding niet horen. Ik hoorde mijn moeder ook een oordeel hebben over mensen die dat wel hadden. Dan was je slordig of onverzorgd. Ik liet het dus wel uit mijn hoofd om met gekreukte kleding naar school of naar mijn werk te gaan. En zoals ik in de inleiding al schreef, bezorgen kreukels mij nog altijd een gevoel van ongemak.
Van cliënten krijg ik wel eens de opmerking dat er thuis helemaal niet veel regels waren of dat er niet veel door ouders werd opgelegd. Ik leg dan uit dat dit meestal niet letterlijk door onze opvoeders wordt gezegd. Het gaat meestal en vooral om hele impliciete zaken. Onze ouders en andere verzorgers (opa’s, oma’s, broers, zussen, leerkrachten) zijn als het ware onze ‘voorlevers’. Zij laten ons zien hoe we horen te zijn. Als er bv door ouders thuis werd gesproken over een conflict op het werk en je merkte dat een van hen hun leidinggevende niet tegensprak en niet voor zichzelf opkwam, dan is de kans groot dat je hebt opgepikt dat dit is hoe het hoort. Uiteraard wordt zo’n voorbeeld ondersteund door andere ervaringen voordat je zelf tot de conclusie kwam dat je een leidinggevende kennelijk niet hoort tegen te spreken.
Vaak zijn wij ons dit niet bewust. We weten niet dat ons handelen te maken heeft met de regels, geboden en verboden die we van huis uit hebben meegekregen. Zo kwam er eens een cliënt bij mij die elke vorm van conflict vermeed. Ze was geneigd om situaties waarin ze onheus of onrechtvaardig behandeld werd, goed te praten of te negeren. Ten koste van zichzelf. Toen ik haar vroeg hoe er thuis met conflicten omgegaan werd, vertelde ze dat het er thuis altijd harmonieus aan toe ging. Ze had haar ouders nog nooit ruzie zien maken. Op dat moment werd het mijn cliënt duidelijk dat in haar gezin alles met de mantel der liefde bedekt werd. De onderliggende boodschap was ‘we zijn altijd aardig voor een ander’. Volledig onbewust probeerde ze nog altijd te voldoen aan die onderliggende boodschap, terwijl dit niet altijd meer helpend is.
Als ik vraag aan Peter aan welke verwachtingen hij moest voldoen dan vertelt hij dat zijn vader er altijd op hamerde dat hij goed voorbereid moest zijn en dat wat hij deed wel belangrijk moest zijn. Soms werd hem de mond gesnoerd als hij met een grappig verhaal thuiskwam. Dan zei zijn vader: “Als je niks belangrijks te vertellen hebt, hou dan je mond maar”. Door te geloven dat zijn bijdragen niet waardevol zijn, kan Peter niet meer voldoen aan de regels van thuis. Hij voelt zich weer het kleine jongetje. Dit levert hem stress en spanningen op.
Je bent bang om afgewezen te worden
Dit is de kern van waar het allemaal om draait. Wij mensen zijn sociale wezen. We willen van nature graag bij anderen horen. Vroeger konden we gewoonweg niet alleen overleven. Er lagen allerlei gevaren op de loer. Hoewel dit acute gevaar inmiddels allang geweken is, is ons systeem nog steeds gericht op bij de groep blijven horen. We zijn niet graag alleen. Tenminste niet al te lang. Wij zoeken dus naar verbinding met anderen.
Wanneer wij denken dat anderen iets van ons vinden, dan bedreigt dat onze kans om erbij te horen. Dit roept onbewust immense angst op. Ook al zijn we ons hier vaak niet bewust van, het zorgt er toch voor dat we ons aanpassen aan de (vermeende) mening van anderen. Om afwijzing en buitensluiting te voorkomen. Wellicht heb je vroeger een nare ervaring opgedaan met afwijzing. Het gevoel van afwijzing kan zo naar zijn dat je dit altijd wilt zien te voorkomen. Dit maakt dat je soms zelfs afhankelijk bent van wat anderen van je vinden.
Claudia kwam in coaching omdat ze veel last had van de mening van anderen. Het liefst zou ze meer haar eigen gang gaan maar de mening van anderen hield haar tegen. Wanneer ze door collega’s gevraagd werd om na het werk wat te gaan drinken, zei ze steevast ‘ja’, terwijl ze er eigenlijk geen zin in had. De angst dat er over haar gepraat werd en er niet meer bij te horen in het team hielden haar tegen om af en toe ‘nee’ te zeggen.
Je hebt een gebrek aan zelfvertrouwen
Onzekerheid en de angst voor wat anderen van je vinden, horen bij elkaar als dag en nacht. Een gebrek aan zelfvertrouwen zorgt dat je bang bent voor wat anderen van je vinden. Als je onzeker bent, ben je geneigd om bij anderen bevestiging en goedkeuring te zoeken. Omdat je niet gelooft in je eigen kwaliteiten, gedachten en overtuigingen. Of omdat je denkt dat je niet goed genoeg bent. Je laat daardoor jouw waarde door anderen bepalen waardoor je in een vicieuze cirkel terecht komt die je onzekerheid nog verder vergroot.
Emma was gewend om bij alle grote beslissingen die zij nam, haar beste vriendin om bevestiging te vragen. Ze twijfelde of ze wel het goede deed en dacht dat haar vriendin beter wist wat goed voor haar was dan zijzelf. Haar vriendin had echter altijd een andere mening dan Emma zelf. Na een tijdje voelde ze zich onzekerder dan ooit. Emma durfde geen enkele keuze te maken zonder haar vriendin erbij te betrekken. Ze was afhankelijk geworden van de mening van haar vriendin.
In je gezin van herkomst werd geoordeeld over anderen en zelf doe je dat ook
Vaak ben je ook bang voor wat anderen van je vinden wanneer je bent opgegroeid in een gezin waarin opvoeders een oordeel hadden over andere mensen. Je ‘weet’ dan dat andere mensen oordelen kunnen hebben. Omdat je niet beter weet, ga je er vanuit dat iedereen oordeelt.
Als je hiermee bent opgegroeid, dan kan je in jezelf een zogenaamde Innerlijke Rechter ontwikkelen. De Innerlijke Rechter oordeelt op basis van de regels van thuis of iets goed is of niet. Dit gaat vaak ongemerkt. Ook hiervoor geldt dat wanneer je zelf oordeelt over anderen, je ervan uitgaat dat anderen dat ook over jou doen.
De moeder van Claudia heeft altijd een duidelijke mening over anderen gehad. Claudia was er vaak getuige van als haar moeder tegen haar vader zat te spuien over mensen uit de buurt. Nu ze zelf volwassen is, merkt Claudia dat zij de gewoonte van thuis heeft overgenomen. Ook zij heeft vaak een mening over anderen. Hierdoor is ze zich er sterk van bewust dat anderen ook oordelen over haar, wat haar regelmatig van streek maakt.
In het kort - waarom we bang zijn voor wat anderen van ons vinden
In deze blog heb je kunnen lezen waarom we zo bang zijn voor wat anderen van ons vinden. De belangrijkste reden is wel de angst om afgewezen te worden. De vermeende mening van anderen belemmert ons om echt onszelf te zijn en dat levert veel stress en onnodig leed op.
Verder lezen?
Zelf heb ik lang geworsteld met wat anderen van mij vonden. Nu ik weet hoe het werkelijk zit met de angst voor de mening van anderen, wil ik deze kennis graag aan anderen overdragen. Ik weet dat veel mensen onnodig worstelen met deze angst en daarom schreef ik er een boek over. Het boek heet Nooit meer bang voor wat anderen van je vinden. Een hoopgevende kijk op een veelvoorkomende angst.
In dit e-book neem ik je mee op een reis naar het versterken van je zelfvertrouwen en het ontwikkelen van een gezond zelfbeeld. Met diepgaande, verrassende inzichten, meer dan 30 opdrachten en met persoonlijke verhalen leer ik je om los te breken uit de onnodige angst.
Je bestelt hem als e-book in de webshop.
Of lees ook de volgende blogs:
Wat ik je bied
Ben je altijd bezig met wat anderen van je vinden? Beheerst dat je gedachten of zit het je in de weg? Wil je leren om meer van jezelf uit te gaan en loslaten wat anderen daarvan of van jou vinden? Bekijk dan hier het coachingstraject of maak hieronder direct een afspraak voor een gratis kennismakingsgesprek.
Photo by Dollar Gill on Unsplash